vrijdag 2 augustus 2013

Red eyes district

Ik neem mijn regenjas, de meest stevige schoenen, een zaklamp en de camera uit mijn kamer. Deze nacht gaan we kaaimannen zoeken. De sterrenhemel is op zijn best en allrounder Jhiro, arendsoog Davi en de frivole Alain (de zoon van Philip Tisseau) maken de boot vertrekkensklaar. De kayaks worden alsnog achterwege gelaten omdat we een stuk dieper in het regenwoud langs de Rio Frio willen zoeken. In het donker op de Rio Frio varen is op zich al een unieke ervaring. Het stikt er van de vleermuizen en het insectenorkest - versterkt door muzikanten van allerlei pluimage - speelt zijn allermooiste stukken. Hier en daar weerklinkt onsportief en volkomen misplaatst boe-geroep van de families brulapen in het woud. Gelukkig lijkt het orkest er zich niet te veel van aan te trekken en is vast van plan de hele nacht door te spelen. Enkel de muggen met hun irritante vuvuzela's mogen wat mij betreft uit de orkestbak verbannen worden. Met onze zaklampen speuren we de oevers af op zoek naar rode kaaimanogen, die helder oplichten wanneer ons licht op hun netvlies weerkaatst.
Bij de eerste ogen'blik' neemt de spanning op de boot snel toe. De motor wordt stilgelegd en we drijven richting het opgezwollen struikgewas. Samen met Davi ga ik met de camera in de aanslag vooraan op de neus van het motorbootje staan om er niet bekaai(man)d vanaf te komen. ,,Oh, es grande es grande! Pero is un dio!" schreeuwt Jhiro. Een goeie verstaander begrijpt snel dat het om een groot exemplaar gaat. Helaas blijkt een 'dio' te betekenen dat hij onder water is gegaan en behalve de ogen en een halve smoel krijg ik enkel een stevige hartslag te verwerken. Jhiro toont onderweg de verschillende bijtwonden die hij in het verleden opliep. Alain vertelt dat Jhiro ooit in het moeras werd aangevallen door vier kaaimannen. Jhiro vult aan en nuanceert dat er technieken bestaan om aanvallen af te slaan, maar dat je toch altijd op je hoede moet zijn daar ze bliksemsnel zijn.
Ik probeer er een zaklampenwedstrijd 'om het snelst een kaaiman spotten' van te maken. Het is echter onbegonnen om riverboy Davi te verslaan. Ik verander van taktiek en schijn telkens op de tegenovergestelde oever. Ik ben dan ook brulapentrots wanneer ik eindelijk als eerste mijn eigen kaaiman heb ontdekt. Jammergenoeg blijken er wel erg veel dio's rond te drijven deze nacht en in plaats van stoere bijtwonden schaven de struiken het haar en de muggenmelk van mijn al te bleke armen. Uiteindelijk spotten we een tiental kaaimannen maar krijgen we er geen enkele echt goed in beeld. Ik kan me ook wel inbeelden dat schijnen met een zaklamp in de ogen van zo'n riviersjakoche hem niet meteen welgezinder maakt. Hoedanook is het een supergezellige avond met erg veel plezier (en Toña) aan boord. Het is vooral gieren en brullen wanneer we een kaaiman naderen en Alain de motor in gang steekt zodat we met z'n allen schier in het bruine sop arriveren.
's Nachts kaaimannen opzoeken in het regenwoud is een van mijn meest spannende ervaringen ooit. Dat we uiteindelijk weinig kaaimanschubben te zien kregen is bijzaak. Het opspattende water, de wegduikende kaaimannen en het ontdekken van de rooie ogen onder een uniek nachtelijk sterrenlaken is en blijft onvergetelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten